Laat ons ecosystemen beheren
Begin februari 2023 hadden we Mark Shepard in België op bezoek. Mark Shepard is een landbouwer, ecoloog en schrijver. Zijn inzichten over wat landbouw zou kunnen zijn begonnen te rijpen in de jaren ‘80. Hij verhuisde in 1985 naar Alaska, omdat de Homestead Act van 1862 daar nog actief was. Die stipuleerde dat elke burger een stuk van 160 acres (bijna 65 hectares) federaal land kon claimen als deze werd verbouwd. Van op zijn stuk in Alaska, een bos waaruit hij kon oogsten, zag hij zijn buren alle bomen omhakken om in het korte seizoen van de arctische zomer jaarlijkse teelten te proberen laten groeien. Het leek hem zinloos omdat volgens hem een landbouwer voornamelijk zonlicht moet oogsten en dat in Alaska een grote uitdaging is, zeker met éénjarige planten. Inderdaad, wat is onze voeding anders dan herverpakte, opgeslagen zonne-energie?
In 1995 verhuisde hij naar Wisconsin, waar hij als 30-jarige samen met 2 investeerders een maïs- en sojaboerderij van 106 acres (bijna 43 hectares) opkocht. Daarop plantte hij tienduizenden bomen en struiken uit de lokale plantengemeenschap, een eik-savanna (the Midwestern Oak Savanna), breidde de landbouwactiviteiten, onder andere ook met jaarlijkse gewassen als pompoen, uit en pende in 2013 alles neer in een boek “Restoration Agriculture: Real-World Permaculture for Farmers”.
In 2019 bezocht ik Mark en zijn boerderij New Forest Farm in Viola, Wisconsin. Het was een voor mij bepalend moment, als een bedevaart. De impact van het ervaren van een 25-jaar systeem zoals het zijne had ik niet echt voorzien. Een openbaring, om toch nog even in religieuze termen te blijven.
Zijn boerderij is een boerderij, laat daar geen misverstand over bestaan. Mark is een landbouwer, en hij wil leven van de opbrengst van zijn boerderij. Alleen bekijkt hij het helemaal verschillend dan ons idee-fixe wat een boerderij eigenlijk moet zijn. Het is … (ik twijfel even, want ik kan niet precies omschrijven wat ik bedoel) wild. Het is landschappelijk. Het is natuur. En het is evenzeer een boerderij. Het is wild in beheer, landbouwkundig en ook in de zakelijk. Ik duizelde wat van hoe dit mijn mentale beeld van landbouw door elkaar schudde. Tegelijkertijd kan ik het niet overbrengen, al probeer ik dat al jaren. Het is als het proberen omschrijven van een kunstwerk, ik kom niet verder dan het beschrijven wat het met mij doet.
“Daarom was het bezoek van Mark aan België zo belangrijk. Hij kan zijn motivatie uitleggen, hij kan zijn strategieën verduidelijken en hij kan vragen die mensen hebben vanuit eerste ervaring antwoorden. Hij kan de gevolgen van zijn keuzes laten zien.”
Om zijn boerderij te ontwerpen, doorliep hij de volgende stappen:
Identificeer het bioom van de omgeving. In zijn geval is dat dus de Midwestern Oak Savanna. Bij ons is dat het Gemengd Loofbos, het beuken-eiken bioom, erg gelijkend op het zijne.
Beheer het water zodat het zo lang mogelijk op het terrein blijft, maar tegelijkertijd doorheen het systeem stroomt. Dit wordt voor een groot stuk bepaald door het reliëf, en er is zelfs reliëf op relatief vlakke stukken zoals de polder. Waterbeheer is essentieel, dat hebben wij ook al kunnen merken de afgelopen jaren, zowel te veel als te weinig.
Plan gebouwen, toegangswegen, alle nodige infrastructuur op basis van de waterbewegingen.
Plant erg diverse polycultuur aan volgens de plantengemeenschap uit het bioom uit stap 1 die ook nog de de waterbewegingen volgt
Beheer dit systeem volgens de natuurlijke verstoringsmechanismes van het bioom.
In plaats van het land te verbouwen, moeten we leren ecosystemen te verbouwen.
Landbouw zoals we denken dat het moet gebeuren volgt deze stappen niet. Het is bepaald door wat we willen eten, van daaruit bepalen we wat we moeten verbouwen. Zelfs als wat we eten, zoals brood, dat tarwe nodig heeft en eigenlijk uit het Midden-Oosten komt. Het gevolg is dat we willen laten groeien wat er niet noodzakelijk wil groeien. En wat er wil groeien, in de weg komt te staan van wat er niet wil groeien. Dus moeten we planten die er niet willen groeien, forceren er toch te groeien, en er voor zorgen dat planten die er wel willen groeien, er niet kunnen groeien. “Dat is wat landbouwers leren”, zegt Mark.
Vervolgens maken we het kweken van die grondstoffen zo efficiënt mogelijk op vlak van “opbrengst” van dat ene product per hectare, Land Equivalent Ratio (LER) wordt even vergeten. Wij, als mens, doen dat soort landbouw al millenia, dus denken we dat het niet anders kan. We brengen de inputs die nodig zijn om dit te realiseren niet noodzakelijk in rekening. De buren van Mark Shepard in Alaska deden wat de immigranten in Amerika deden aan het begin van de Nieuwe Tijd. Het bos ging tegen de vlakte om grondstoffen te hebben om de steden in de buurt te bouwen en om het land vrij te maken voor landbouw. Dan werd het gebruikt om onze jaarlijkse gewassen op te telen. Op vele plekken was dit een tijdelijke gegeven, mensen trokken verder het bos in, de bomen vellend, gevolgd door de landbouwers en herders. Landschappen veranderden, de Sinaï werd woestijn, de Schotse hooglanden rotsige bergen. Door de mens.
En ook de verwerking van wat we telen heeft grote inputs nodig. Hij vergeleek de nodige input voor bier (met het mouten van een éénjarig gewas, toevoegen van water, filteren) met het maken van cider (het persen van de vruchten van een meerjarige, er is zelfs geen water meer nodig, gisten met natuurlijk aanwezige gisten).
De ecologische gevolgen van die landbouw waren desastreus. De vruchtbare grondlaag in het Midwesten, die in een natuurlijk tempo 500 jaar nodig heeft om 1 cm aan te groeien en die toch meters diep ging, werd in 160 jaar grotendeels weggespoeld. Miljoenen jaren vruchtbaarheid weggespoeld en weggeblazen, opgebruikt aan een snelheid zoals we op dit moment fossiele brandstoffen aan het verstoken zijn. Onze eigen landschappen worden even erg ontgonnen, want denk niet dat het in Vlaanderen beter is. Het gemiddelde koolstofgehalte in Vlaamse grond is minder dan 1,5% (precies cijfer + bron), die trouwens sterk is achteruitgegaan sinds de jaren ‘80. Het organische stofgedeelte van de bodem zorgt voor beter vasthouden van water en voedingsstoffen, betere grondstructuur, minder erosie, beter bodemleven. De bodem is een levend ecosysteem dat gevoed wordt door organisch materiaal. Daar zijn we ons in Vlaanderen, met onze traditioneel voedselrijke bodems, niet altijd even bewust van.
Wat de eerste migranten in de VS niet zagen, was dat de lokale bevolkingsgroepen van het bos leefden. De ecosystemen werden beheerd. Sommige plantengroepen werden bevoordeeld, andere (een beetje) bestreden. Sommige lokale stammen hadden bewust gekozen om niet voor (jaarlijkse) landbouw te kiezen. Dit had ook verstrekkende sociale gevolgen, die misschien niet zo vanzelfsprekend zijn, maar die wel naar boven komen drijven als we spreken over “herstellende landbouw”, over de transitie die moet gebeuren. Landbouwculturen hadden vaak slaven, bos(-landbouw-)culturen niet. En wat zijn hedendaagse landbouwers, gevangen in een financiële kooi, anders dan horigen in een feodale staat, die hun tienden nu niet afstaan aan de koning maar aan multinationale bedrijven?
Wij zijn gestart met Pomona vanuit het ecologische herstel van het landschap. We wilden niet verantwoordelijk zijn voor de destructie van onze omgeving voor ons voedsel. Zodra we startten met de boerderij kregen we natuurlijk ook de verantwoordelijkheid voor het economische luik. We merkten dat het land en de boerderij ook een belangrijke (sociaal) verbindend aspect heeft. Onze voeding, het land waarop het wordt verbouwd en de mensen die in de keten verbonden zijn, hangen allemaal samen. Wij zijn deel van het ecosysteem, maar de conventionele, industriële landbouw van vandaag, of hoe over landbouw wordt nagedacht, heeft dat pad al lang verlaten. In dat opzicht is de land sparing / land sharing discussie een valse discussie. Alles, of het nu natuur of cultuur is, is onze omgeving. Ik denk dat we het over de algemene kwaliteit van deze omgeving moeten hebben, en die is op dit moment, behoorlijk slecht op vele vlakken.
Terug naar het belang van het bezoek van Mark aan België. Ongeveer een duizendtal mensen namen deel aan de verschillende activiteiten die we organiseerden tijdens de drie dagen. Er waren publieksactiviteiten, actieve workshops met landbouwers, we betrokken onderzoekers en beleidsmakers.
“In Vlaanderen zijn er vandaag heel wat discussies over landbouw en de functie in landschapsherstel en transitie in het voedingssysteem. Terecht, maar ik vrees dat ze niet de goeie kant uitgaan.”
Ons bioom bestaat uit geassocieerde soorten van eik, beuk, kastanje als hoogbladerdekbomen, appelen, peren, verschillende soorten prunus als kleine bomen en struiken, hazelaars, rubus en ribes als kleine struiken. Er zijn heel wat dieren en fungi. Van alle types kunnen erg productieve soorten worden gekozen, veel ervan kunnen we eten of laten eten. Dit kan bij elkaar worden gebracht en beheerd als een ecosysteem. Alles binnen de natuurlijke, ecologische niche van de soort.
Het beheer heeft ook wat toelichting nodig. Wij planten éénjarigen als voeding en moeten daardoor de bodem steeds verstoren zodat het optimaal is voor éénjarigen (ook tweejarigen, zoals wortels, gaan we na het eerste jaar oogsten). Mark Shepard heeft éénjarigen op de boerderij, in stroken tussen meerjarige polyculturen. Het pad van éénjarigen wordt niet noodzakelijk volledig verlaten. Ecologisch gezien komt dat ook voor, dat type verstoring dat een plek geeft aan deze pioniersplanten. Een brand, een grondverschuiving zorgt daarvoor, ploegen imiteert het. Er is ook begrazing, browsing. Onze omgeving was geen groot aaneengesloten bos, zoals je weet uit het Hallerbos, is er weinig te beleven onder een beukenbladerdek. Onze loofbomen zijn geëvolueerd met grote grazers en bevers, ze kunnen wel wat verstoring onder de vorm van knotten of terugzetten aan. Op New Forest Farm wordt heel wat organisch materiaal geïnoculeerd met eetbare varianten van zwammen, shitake, oesterzwam, pruikzwam, wat ook een eetbare toegevoegde waarde heeft. Als landbouwer focust hij op 4 tot 5 soorten, meer zou economisch (en mentaal, zegt hij) moeilijk zijn, maar in theorie is alles eetbaar en bruikbaar.
Het waterbeheer op New Forest Farms is gebaseerd op Yeomans’s “Keyline Design”, contourlandbouw. De hoogtelijnen worden quasi gevolgd en er zijn ongeveer 40 poelen die water stockeren doorheen het landschap van de boerderij. Hij probeert het water zo hoog mogelijk te bewaren, zodat hij er later gebruik kan van maken, gebruik makend van zwaartekracht. Kilometers swales vertragen water en zorgen voor zoveel mogelijk infiltratie.
Het economische systeem om dit mogelijk te maken is coöperatief. Als enkele boer heeft hij niet genoeg afzet om efficiënt aan de markt te leveren, maar samen met collega’s in de nabije omgeving is dat wel mogelijk. Hij heeft 2 hectares groene asperges staan, dit geeft jaarlijks terugkerende cash flow, maar is geen enorme oppervlakte. Samen met andere telers in de buurt wordt wel voldoende aanbod gecreëerd. De coöperatieve die hij samen met 24 anderen startte, is uitgegroeid tot een van de grootste in het land. Zij zorgen ook voor verdere ontwikkeling van het platteland door het opstarten van nieuwe bedrijvigheid, zoals biologisch malen, of melkverwerking. Dat heeft dan als gevolg dat mensen terug naar de streek verhuizen want er is een toekomst, en diensten nodig zijn (zoals een leuke koffieplek on Main Street, maar ook bouwfirma’s, hotels,...). Er is toekomst in de plattelandseconomie, maar die zit niet in verdere schaalvergroting en industrialisering, waar individuele boeren gigantische oppervlaktes allen bewerken, ditto risico’s nemen en vasthangen aan allesbepalende contracten.
En wat als we als burgers ook mee investeren in dit systeem. Niet als een token, maar substantieel? De verbondenheid die ik voel met mijn eigen voeding is een veel sterkere motivatie om zorg te dragen voor mijn directe omgeving dan gelijk welke campagne. Het gedrag van 3M en alles errond wordt een persoonlijk affront, het heeft een erg directe impact, zowel op mijn voeding, als op mijn eigen investering. Waar halen ze godverdomme het lef vandaan?
De ecologische winst van jaarlijkse maïs en soja-akker naar dit soort systeem is quasi onmeetbaar. Verschillende zeldzame soorten, waaronder verschillende soorten amfibieën en vlinders zijn waargenomen op een boerderij. Met het verstrijken van de jaren komen ook meer roofdieren hoger uit de voedselpiramide op het terrein. Dit zorgt voor andere problemen, maar toont aan dat habitats kunnen versterkt worden. Dan kan er nagedacht worden over stroken land ontwikkeld specifiek voor landbouw, en andere specifiek voor wilde dieren, als verbindingsassen tussen echte natuurgebieden. En het landschap als geheel gaat er op vooruit, niet enkel de stukken waar we beslissen geen landbouw te bedrijven. En uit het landschap komt dan nog steeds economische activiteit zonder dat het noodzakelijk als subsidie moet worden toegekend. De mais / soja-akker heeft namelijk bijzonder weinig economische toegevoegde waarde, die is enkel nodig om een exporteconomie van vlees te voorzien.
Ik hoop dat de driedaagse deze boodschap heeft kunnen overbrengen, voor mij was het alvast een erg inspirerende periode. Intens ook, met 8 kleine en grote evenementen, met het over en weer gaan van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. We hebben zoveel mogelijk proberen capteren en stellen het ter beschikking op www.herstellende-landbouw.be/herbekijk. Ga in elk geval in dialoog met ons.